- Diabetes mellitus is een chronische ziekte
- Hoe kun je diabetes krijgen?
- Het verschil diabetes type 1 tussen en diabetes type 2
- Is diabetes erfelijk?
- Wat zijn de symptomen?
- Toelichting bij diabetes symptomen
- Dorstig zijn en veel moeten plassen
- Zich beroerd voelen & misselijk zijn en overgeven
- Afvallen zonder enige reden
- Vermoeidheid
- Tintelende en gevoelloos in handen of benen
- Branderige ogen / wazig zien / dubbel zien / slecht zien
- Wondjes die slecht genezen
- Vaak last van infecties
- Overgewicht
- Medicatie: Tabletten die het glucosegehalte verlagen
- Diabetes bij kinderen – Informatie
- Je kind loslaten
Diabetes mellitus is een chronische ziekte
Diabetes mellitus is een chronische ziekte waarbij de hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed te hoog is. Als men spreekt over diabetes wordt vaak ook suikerziekte bedoeld.
Het suiker in je bloed komt uit de koolhydraten. Koolhydraten komen uit onze voeding. Koolhydraten komen niet alleen voor uit zoete producten zoals snoep, limonade, jam of gebak maar ook in aardappelen, rijst en brood.
Het hormoon insuline zorgt ervoor dat de lichaamscellen glucose uit je bloed wordt opneemt. Als de hoeveelheid glucose in het bloed toeneemt zal het insulinehormoon ervoor zorgen dat er meer glucose uit het bloed wordt opgenomen.
Dit om te voorkomen dat het glucosegehalte in je bloed niet te hoog wordt. De alvleesklier zorgt voor de aanmaak van het insuline hormoon. De alvleesklier bevindt zich achter de maag.
Hoe kun je diabetes krijgen?
Diabetes ontstaat wanneer je lichaam een tekort heeft aan insuline. Een andere oorzaak kan zijn dat je lichaamscellen minder gevoelig zijn geworden voor het insuline hormoon.
Het gevolg hiervan is dat je cellen dan minder glucose op kan nemen uit het bloed. Met als gevolg dat het glucosegehalte in je bloed stijgt.
Het verschil diabetes type 1 tussen en diabetes type 2
Kenmerken Diabetes Type 1
Je lichaam maakt geen insuline meer aan. De cellen die insuline aanmaken worden per ongeluk door je afweersysteem kapot gemaakt.
1 op de 10 mensen met diabetes heeft diabetes type 1. Mensen met diabetes type 1 moeten enkele malen per dag zichzelf insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen. Diabetes type 1 werd vroeger ook ‘jeugddiabetes’ genoemd
Kenmerken Diabetes Type 2
Je lichaam heeft te weinig insuline. Je lichaam reageert niet meer zo goed op insuline omdat je lichaam hier minder gevoelig voor is. Hierdoor gaat je alvleesklier meer insuline aanmaken. Als dat niet meer lukt, ontstaat er een tekort aan insuline.
Het glucosegehalte in je bloed wordt dan te hoog. Deze vorm ontstaat meestal pas na het 40e jaar, maar komt tegenwoordig ook steeds vaker op jongere leeftijd voor. Met name bij mensen die te dik zijn. 9 van de 10 mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Overgewicht en weinig beweging, maar ook erfelijke aanleg vergroten de kans.
Bij diabetes type 2 krijgen mensen vaak voedings- en bewegingsadviezen. Ook worden medicijnen voorgeschreven. Een enkele keer komt het voor dat men insuline moet inspuiten. Diabetes type 1 werd vroeger ook ‘ouderdomsdiabetes’. Tegenwoordig komt het ook bij jonge mensen voor.
Is diabetes erfelijk?
Diabetes type 2
Bij diabetes type 2 speelt erfelijkheid een rol.Ben je van afkomst: Turks – Marokkaanse – Hindoestaanse – Surinaamse. Dan heb je een verhoogde kans om diabetes type 2 te krijgen.
In de regel geldt: je kunt niet rechtstreeks diabetes erven van je ouders. Maar wel de aanleg van diabetes. Of je daadwerkelijk te maken krijgt met diabetes type 2 hangt af van je eet en levensstijl. Eet en leef je gezond (met voldoende beweging) dan is de kans kleiner dat je diabetes krijgt.
Diabetes type 1:
De erfelijkheid van ‘diabetesgenen’ speelt bij diabetes type 1 een kleinere rol dan bij diabetes type 2. Een aantal voorbeelden op een rij:
Relatie | Diabetes type 1 | Diabetes type 2 |
Erfelijkheid van ouders | 1 tot 4% | 10 tot 20% |
Diabetes bij broer of zus | 1 tot 8 % | 15 tot 20% |
Eeneiige tweelingen | 23 tot 50% | 70 tot 90% |
Zie symptomen
Wat zijn de symptomen?
Diabetes Symptomen | Diabetes type 1 | Diabetes type 2 |
Dorstig zijn en veel moeten plassen | x | x |
Zich beroerd voelen & misselijk zijn en overgeven | x | |
Afvallen zonder enige reden | x | |
Vermoeidheid | x | |
Tintelende en gevoelloos in handen of benen | x | x |
Branderige ogen / wazig zien / dubbel zien / slecht zien | x | |
Wondjes die slecht genezen | x | |
Kortademigheid en / of pijn in de benen bij het lopen | x | |
Vaak last van infecties | x |
Toelichting bij diabetes

Toelichting bij diabetes symptomen
Dorstig zijn en veel moeten plassen
Oorzaak: Je nieren proberen de overtollige glucose af te voeren door extra urine te maken. Om het verlies van vocht te compenseren krijg je vaker dorst.
Zich beroerd voelen & misselijk zijn en overgeven
Bij diabetes kan na verloop van tijd kan het hele zenuwstelsel lijden onder diabetes, ook de zenuwen die de maagbewegingen regelen.
Afvallen zonder enige reden
Toelichting: Je alvleesklier stopt met het produceren van insuline. Omdat je lichaam dan een alternatief moet hebben voor glucose begint je lichaam spierweefsel en vet af te breken voor energie.
Vermoeidheid
Toelichting: Bij tekort aan glucose kun je je moe en verzwakt worden.
Tintelende en gevoelloos in handen of benen
Toelichting: Dit symptoom heet neuropathie en heeft als betekenis ‘ziekte van de zenuwen’. Neuropathie kan voorkomen bij suikerziekte. Je aangetaste zenuwen functioneren dan minder goed, waardoor gevoelloosheid en tintelingen in je handen, benen, of voeten kunnen ontstaan.
Branderige ogen / wazig zien / dubbel zien / slecht zien
Toelichting: De kleine bloedvaatjes in je ogen raken beschadigd wanneer je diabetes hebt (type 1 en 2). De bloedvaatjes gaan makkelijk bloeden en hierdoor ontstaan littekentjes.
De nieuw aangelegde bloedvaatjes zijn zo klein en teer dat ze vaak kapot gaan en dit resulteert ook weer voor bloedinkjes. Na verloop van tijd ga je steeds slechter zien. Zonder behandeling kun je in het ergste geval zelfs blind worden. Raadpleeg dus tijdig je huisarts of specialist.
Wondjes die slecht genezen
Omdat de zenuwen niet meer goed functioneren (veelal op de voeten) voel je kleine wondjes/schrammen niet meer zo goed. Deze genezen ook heel slecht of soms helemaal niet.
Vaak last van infecties
Toelichting: Als je diabetes hebt ben je gevoeliger voor infecties. Hierbij gaat het veelal om infecties van de blaas, urinewegen, huid en longen. Personen met een slecht gereguleerde diabetes lopen sneller een infectie op.
Zo’n infectie kan de glucosewaarden flink ontregelen. Heb je diabetes en heb e ook onverklaarbare hoge glucosewaarden? Dan is er waarschijnlijk sprake van een infectie.
Wanneer we spreken over behandeling van Diabetes dan streven we er naar om het glucosegehalte van het bloed weer op een normaal pijl te krijgen.
Zodoende verminderen we de kans op klachten aan de nieren, ogen, de zenuwen, je hart en vaten. Wanneer het nodig is zal je arts medicijnen voorschrijven om het glucosegehalte in je bloed te verlagen. Diabetes kan naast medicatie ook bestreden worden door een gezonde levensstijl:
- Niet roken (dit is heel belangrijk!)
- Regelmatig bewegen
- Gezond eten
- Afvallen bij overgewicht
- Vermijd hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte
Bij Diabetes mellitus is het erg belangrijk dat je gezond eet. Hieronder staan een aantal aandachtspunten die je op weg kunnen helpen:
- Vezelrijke koolhydraten (deze komen voor in groente, fruit en peulvruchten)
- Vermijd overmatig gebruik van suiker en zout
- Eet minder verzadigd vet, onverzadigde vetten zijn beter voor je hart en vaten
Je mag af en toe best een glaasje alcoholische drank nemen maar neem er niet meer dan 2 per dag en ook niet elke dag. Teveel alcohol kan je bloedsuikergehalte ontregelen. Als je bloedsuikerverlagende tabletten kun je beter helemaal geen alcohol nemen. Probeer het aantal calorieën af te stemmen op je lichaamsgewicht en je dagelijkse bezigheden
Overgewicht
Bij overgewicht doe je er goed aan te zorgen dat je niet nog zwaarder wordt. Het beste is dat je een paar kilo’s weet kwijt te raken. De bovengenoemde voedingsadviezen helpen hierbij. Als je zorgt dat je elke dag ook nog eens voldoende beweging krijgt bevordert dat het afvallen ook.Zelfs al een klein verlies van gewicht draagt al bij tot verlaging van het glucose gehalte in je bloed. Ook is het nog eens gunstig voor je bloeddruk en cholesterol gehalte.
Lichaamsbeweging
Zoals hierboven vermeld is elke dag een gezonde dosis lichaamsbeweging erg gunstig voor de verlaging van het glucosegehalte van je bloed. Probeer tenminste een half uur per dag te bewegen, je kunt dit doen door bijvoorbeeld
- stevig wandelen
- zwemmen
- fietsen
Natuurlijk zijn er nog vele andere manieren om gezond te bewegen. Voldoende lichaamsbeweging is ook goed voor je gewicht en bloeddruk. Hierdoor kun je de kans op complicaties en lichaamsklachten nog eens flink verminderen.
Medicatie: Tabletten die het glucosegehalte verlagen
Als bovenstaande adviezen niet voldoende zijn om het glucosegehalte van je bloed te verlagen kan je arts of specialist je tabletten voorschrijven om het glucose gehalte in je bloed te verlagen. Echter, deze tabletten kunnen soms wel bijwerkingen vertonen zoals:
- misselijkheid
- te laag glucosegehalte in je bloed
- diarree
- verminderde eetlust
Als je last hebt van (één van) deze bijwerkingen neem dan contact op met je arts of specialist om de dosis van het medicijn aan te laten passen. Het kan ook zijn dat je arts je een ander soort tabletten laat proberen. Als deze medicijnen onvoldoende helpen kan het innemen van insuline nog een uitkomst bieden.
Insuline
Het insulinehormoon zorgt ervoor dat je lichaamscellen glucode uit het bloed opnemen. Bij toename van het glucosegehalte zorgt insuline ervoor dat de cellen meer glucose opnemen waardoor het glucosegehalte weer tot de normale waarde daalt.
Insuline kan makkelijk worden toegediend met een zogenaamde insulinepen met een dun naaldje. Deze insuline pen is makkelijk in gebruik.
Het hormoon insuline zorgt ervoor dat de lichaamscellen glucose uit het bloed opnemen. Als het glucosegehalte toeneemt, zorgt insuline ervoor dat de cellen meer glucose opnemen zodat het glucosegehalte weer tot de normale waarde daalt. Insuline kan alleen met een prik (injectie) worden toegediend.
Tegenwoordig gebruikt men hiervoor een insulinepen met een extra kort en dun naaldje. Het is vrij gemakkelijk te leren deze pen zelf te gebruiken.
Zelfcontrole
Je kunt je eigen glucosegehalte in je bloed meten. Met een eenvoudig apparaatje prik je in je vinger. De druppel bloed die vrijkomt, doe je op een speciale strip. Deze strip breng je aan in een glucosemeter.
Die meter geeft een met een cijfer hoe hoog het glucosegehalte van je bloed is. Bij een nuchtere maag is je glucosegehalte goed als dit tussen de 4 en 7 mmol/l ligt. Twee uur na de maaltijd hoort je glucosegehalte lager dan 9 te zijn.
Belangrijke opmerking: Ga nooit zelf experimenteren met medicijnen en/of insuline. Neem hiervoor altijd eerst contact op met je huisarts of specialist. Ook bij twijfel bij het gebruiken van de medicijnen of het aanbrengen van de insuline. Deze website is enkel informatief en neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich bij het (verkeerd) gebruik van medicijnen.
Diabetes bij kinderen – Informatie
Diabetes is een vervelende aandoening en niet meer over gaat. En bij diabetes bij kinderen wordt de opvoeding er niet makkelijker op. Maar er is wel gewoon mee te leven. En je kind kan nog gewoon van de kinderjaren blijven genieten, als je samen met je kind hebt ontdekt hoe je er het beste mee kunt omgaan.
Bij kinderen komt diabetes type 1 het meeste voor, maar type 2 blijkt tegenwoordig ook steeds meer voor te komen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het gebrek aan lichaamsbeweging en overgewicht.
Inspuiten van Insuline
Bij diabetes type 1 moet insuline ingespoten worden. Dit is niet leuk voor kinderen, en zeker niet in het begin. Oefenen op objecten zoals fruit of een knuffel is daarom niet onverstandig.
Het is het beste als je kind het inspuiten zo snel mogelijk zelf beheerst en onder de knie krijgt. Dan gaat de angst ook snel over. Soms kan een kinderdiabetesverpleegkundige hierbij helpen om jouw en je kind te leren omgaan met het inspuiten van insuline.
Mocht het inspuiten toch teveel pijn doen of als uw kind teveel moeite heeft met het inspuiten kan een (tijdelijke) onderhuidse catheter de oplossing bieden.
Je kind spuit dan insuline in via de catheter. Je kunt ook kiezen voor een insulinepompje. Deze levert de gehele dag kleine hoeveelheden insuline af.
Waarden van de bloedsuiker
Wanneer je kind behandeld wordt voor diabetes dan is het doel om de bloedglucosewaarde tussen 4 en 10 mmol/l te krijgen. Dit valt bij kinderen niet altijd mee, met name omdat kinderen een schommelende bloedsuikerwaarde hebben.
Dit komt omdat kinderen veel energie gebruiken door te sporten en spelen en andere inspanningen. Een andere reden is dat kinderen nog in de groei zitten, dit verbruikt ook veel glucose.
Een goed idee is het om elke dag de bloedglucosewaarde te meten en deze vast te leggen in een logboek tezamen met de activiteiten die dag. Zo kun je na een tijd leren hoe de bloedglucosewaarde van je kind op bepaalde inspanningen reageert.
Wanneer je kind overdag zware inspanningen hebben gehad kunnen ‘s nachts hypo’s (hypoglycemie) krijgen. Om dit te voorkomen is het raadzaam om voor het slapen gaan de het bloedglucose nog eens te meten.
Wanneer de bloedglucosewaarde onder de 8 mmol/l zit is het raadzaam je kind voor het slapen nog iets te eten te geven. In geval van ontstaan van een hypo geef je je kind dan glucose zoals honing, limonade of druivensuiker.
Sport en spel
Bij het spelen wordt de insuline beter opgenomen en verlaagt de bloedglucose door de verbranding in spieren die dan meer energie gebruiken.
Geef je kind daarom een tussendoortje mee voor tijdens het spelen/sporten. Controleer na het spelen/sporten de bloedglucosewaarde van je kind want het effect van de inspanningen kan nog wel een paar uur doorwerken.
Je kind loslaten
Het valt niet mee om je kind los te laten wanneer deze naar school moet, je kind loslaten die diabetes heeft is nog erger. Maar om je kind toch van zijn/haar kinderjaren te laten genieten moet hij/zij toch (zelfstandig indien oud genoeg) naar school kunnen gaan en kunnen spelen met vriendjes en vriendinnetjes.
Een goede voorbereiding is van belang, zowel voor je kind zelf als voor degene waarbij je je kind toevertrouwd. Geef de begeleiders op school en de ouders waarbij je kind gaat spelen de juiste informatie over diabetes. Laat weten dat je kind alleen zijn/haar eigen eten moet op eten.
Vertel ook dat je kind zich moet kunnen terugtrekken op een rustige plek om bloed te prikken en insuline in te spuiten.
Als je kind diabetes heeft sta je voor een hele opgave, afgezien van de normale opvoeding.
Laat je helpen en inlichten door de diabetesverpleegkundige, diëtist en kinderarts. Zij zullen helpen waar mogelijk. Bedenk wel dat ieder kind uniek is en dat je zelf ook goed in de gaten moet houden dat alles goed gaat met je kind.