Search
Close this search box.

Eiwitten en hun nut

eiwit

Eiwitten en het nut ervan

Eiwit bestaat uit aminozuren. Deze aminozuren  zijn als het ware de  bouwstenen van de eiwitten. Maar door het feit dat ons lichaam zelf geen aminozuren aanmaakt zal men daarom zelf eiwitten toevoegen aan ons voedsel. Het eiwit wordt dan door ons lichaam opgedeeld in aminozuren waar dan uiteindelijk de lichaamseigen eiwitten kunnen worden opgebouwd. Ons lichaam breekt op regelmatige tijdstippen de eiwitten af en bouwt deze ook op regelmatige tijdstippen weer op. Bij het afbreken en opbouwen treden wel verliezen op, dit kan door huidschilffering, bloedverlies, haargroei en andere dingen.

Hoeveel eiwit heeft een gezond lichaam nodig

Om te weten hoeveel ons lichaam aan eiwitten nodig heeft doen we volgende berekening:

  • Voor mannen bedraagt dit: 0.85 gram/kilo lichaamsgewicht
  • Voor vrouwen bedraagt dit: 0.80 gram/kilo lichaamsgewicht
  • Voor sportmensen is er uiteraard extra eiwit nodig

Onmisbare vetten voor ons lichaam

Vetten zijn onmisbaar in onze voeding. Deze onmisbare vetten noemen we triglyceriden. Triglyceriden bestaat uit vetzuren en glycerol. De essentiële vetzuren zoals linolzuur, linoleenzuur en arachidonzuur. Deze essentiële vetzuren zijn een onmisbaar onderdeel van de celmembranen, zijn de bouwstenen voor bepaalde hormoon achtige stoffen en spelen een heel belangrijke rol in de cholesterolstofwisseling.

Er zijn de verzadigde / onverzadigde vetten

Vetten bevatten verzadigde vetzuren, zoals palmitine- en stearinezuur. Verzadigde vetten komen voornamelijk voort uit dierlijke vetten. Onverzadigde vetten vindt men dan weer terug in plantaardige vetten. Het zijn precies deze vetten die samen met de koolhydraten de belangrijkste energiebron zijn voor de mens. Door het feit dat koolhydraten  in bepaalde trigliceriden kunnen worden omgezet kan ons lichaam vetreserves opslaan.

Welk percentage van onze energie moet uit vet komen

  • Voor zuigelingen is dit 50%
  • Voor kinderen van 0.5 tot 2 jaar is het geleidelijk afbouwen naar 35%
  • Vanaf 2 jaar, aanbevolen wordt 30% tot 35% “het aandeel verzadigd vet kan best onder de 10% van de energieopname blijven.

Koolhydraten als energiebron voor het lichaam

Koolhydraten zijn de energiebron voor ons lichaam en zeer belangrijk. Deze koolhydraten worden uit ons dagelijks voedsel gehaald en in ons lichaam omgezet in glucose. Deze glucose komt vervolgens op de volgende plaatsen terecht.

  • In de lever en spieren opgeslagen als glycogeen.
  • Als energieleverancier in ons bloed.
  • Als vetreserves opgeslagen.

De hoeveelheid energie die nodig is voor de rode bloedlichaampjes en ons zenuwstelsel zijn bepalend voor de algemene glucosebehoefte. Alle andere weefsels en organen kunnen behalve via glucose ook op andere manieren in hun energiebehoefte voorzien.

Onverteerbare en verteerbare koolhydraten

Niet alle koolhydraten kan door ons lichaam benut worden. Daarom delen we ze onder in 2 groepen

  • Verteerbare koolhydraten
  • Onverteerbare koolhydraten

Hoeveel koolhydraten heeft ons lichaam nu nodig

Een volwassene heeft minimaal tussen de 50 en 100 gram per dag nodig. Maar in werkelijkheid ligt dit veel hoger. De behoefte aan koolhydraten is op circa 180 gram per dag gesteld. Dit omdat deze hoeveelheid  ongeveer per dag door onze rode bloedlichaampjes en het centraal zenuwstelsel verbruikt wordt. Stel dat we ongeveer 10% van onze energie uit eiwit halen en 30-35% uit vet dan blijft er zo’n 55% over voor de koolhydraten. Dus heb je een energiebehoefte van 2200 kcal. betekent dit zo’n 1200 kcal. oftewel 300 gram koolhydraten.

Vitamine: De vitamine is in twee groepen in te delen

  1. De vet oplosbare vitamine (dus deze die in vet voorkomen).
  2. De water oplosbare vitamine (dus deze die in water oplosbaar zijn).

Vet oplosbare vitamines

  • Vitamine A: Vitamine A is van groot belang voor de vele intracellulaire processen.
  • Vitamine D: Vitamine D is weer heel belangrijk voor de stofwisseling van het been- en kraakbeenweefsel.

Water oplosbare vitamines

  • Vitamine A: Vitamine A is van groot belang voor de vele intracellulaire processen.
  • Vitamine D: Vitamine D is weer heel belangrijk voor de stofwisseling van het been- en kraakbeenweefsel.
  • Vitamine C: Is betrokken bij de genezing van wonden en de vorming van collageen. Speelt een rol bij ijzeropname, nodig voor de activering van foliumzuur, de synthese van hormonen, het afweermechanisme en de bescherming van andere vitamines.
  • Thiamine (B1): Van belang bij de koolhydratenstofwisseling en de prikkelgeleiding van zenuwcellen.
  • Riboflavine (B2): Van belang bij eiwit- en koolhydratenstofwisseling.

Mineralen voor een gezond lichaam

Mineralen vormen een even zo belangrijk onderdeel van onze voeding om de opbouw en in stand houding van ons lichaam.

  • Calcium: Belangrijk voor sterke botten..
  • IJzer: Belangrijk voor onze zuurstofvoorziening.
  • Natrium: Teveel natrium in de voeding kan een risicofactor zijn voor het ontstaan van een hoge bloeddruk. De aanbevolen hoeveelheid is niet meer dan 3,5 gram/dag te nemen.
  • Kalium: Is nog niet echt onderzocht daarom de aanbevolen hoeveelheid van  3,5 gram/dag niet te overschrijden.

Water

Water is het transportmiddel bij uitstek voor voedingsstoffen en stofwisselingsproducten.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Reddit
Tumblr
StumbleUpon
Telegram
WhatsApp
Email
Print
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Facebook
Twitter
LinkedIn